De sluipmoordenaar onder de infectieziektes: mazelensterfte in Amsterdam

De sluipmoordenaar onder de infectieziektes: mazelensterfte in Amsterdam

door Mayra Murkens // 24 februari 2023

Plattegrond met de verspreiding van besmettelijke ziekten in Amsterdam 1898, gemaakt door de Gezondheidsdienst // Stadsarchief Amsterdam

Mazelen is doorgaans niet de eerste ziekte die in de gedachten opkomt wanneer we denken aan historische dodelijke en ontwrichtende infectieziekten. Toch verdient mazelen wel degelijk een plek in het rijtje beruchte ziekten. Want hoewel mazelen ook in het verleden vaak gezien werd als een milde kinderziekte – één die kinderen maar gewoon door moesten maken- was de mazelen niet zo onschuldig als werd en wordt gedacht. Recent onderzoek heeft namelijk uitgewezen dat het immuunsysteem door mazelen nog lange tijd, soms wel jaren, verzwakt blijft. Sterfte werd vaak door de complicaties veroorzaakt. Doordat het lichaam al verzwakt was, kon het de longontsteking die er bijvoorbeeld bij kwam niet meer oplossen. Onderzoek in moderne ontwikkelingslanden heeft bovendien aangetoond dat de sterfte bij de invoering van het mazelenvaccin meer daalde dan dat er voorheen dodelijke slachtoffers aan mazelen waren. Dit wijst er wederom op dat een besmetting met de mazelen ook bijdraagt aan sterfte aan andere ziekten, zelfs wanneer iemand wel geneest van de ziekte zelf. Mazelen kan dus wel gezien worden als de sluipmoordenaar van de negentiende eeuw.

Deze status als sluipmoordenaar bemoeilijkt de bestudering van de mazelen wel. Artsen konden de ziekte zeker in de tweede helft van de negentiende eeuw weliswaar al redelijk goed herkennen, maar we vermoeden dat niet de mazelen zelf, maar de complicatie soms als doodsoorzaak werd opgeschreven in de doodsoorzakenregistratie. Wanneer wij in de doodsoorzakendatabase kijken naar de mazelen in Amsterdam, hebben wij dus wellicht te maken met een ondervertegenwoordiging van het aantal dodelijke mazelenslachtoffers.

Toch is er in de periode van 1856 tot 1925 een aanzienlijk aantal slachtoffers aan mazelen gevallen: ruim 9500. De mazelen was een typische kinderziekte, dus de meeste slachtoffers vielen op jonge leeftijd. De allerjongsten waren nog redelijk beschermd tegen de ziekte, vanwege de immuniteit die zij van de moeder meekregen. Vanaf vijf maanden oud begonnen de mazelen echt een risico te vormen. Op de leeftijd van één jaar was de sterfte het hoogst, maar ook twee-, drie- of vierjarige kindjes bezweken aan deze ziekte. Daarna week het gevaar weer wat, waarschijnlijk omdat daarna immuniteit was opgebouwd. Sterfte aan de mazelen op volwassen leeftijd was zeldzaam, al was de oudste persoon die in Amsterdam aan mazelen overleed maar liefst 86 jaar oud.

Vooral in het midden van de negentiende eeuw blijkt mazelen veel slachtoffers in Amsterdam gemaakt te hebben. In de jaren ’80 van de negentiende eeuw lijkt de sterfte wat af te zwakken. Over de jaren ’90 van de negentiende eeuw kunnen we minder zeggen omdat een aantal jaren ontbreekt in de dataset. Opvallend is wel dat er nog een tweetal felle uitbraken zijn in het begin van de twintigste eeuw. Hierna daalt de sterfte sterker en vinden er nauwelijks nog hevige uitbraken plaats.

In de vroege levensjaren was mazelen overigens geen “eerlijke” ziekte: niet iedereen had dezelfde overlijdenskansen. In de grafiek hierboven is de sterfte aan mazelen bij kinderen van geboorte tot vijf jaar naar geslacht te zien. Hieruit blijkt dat het sterftecijfer van jongetjes in de piekjaren van mazelen, vaak hoger was dan die van meisjes. Sterfteverschillen in geslacht bij mazelen zijn een interessant fenomeen, want een eenduidig beeld binnen het bestaande onderzoek ontbreekt. Uit sommige onderzoeken blijkt dat jongens een voordeel zouden hebben en minder zouden sterven aan mazelen, terwijl ander onderzoek juist wijst naar het tegenovergestelde, of juist suggereert dat een duidelijk verschil geheel ontbreekt. Vanwege biologische redenen hebben jongens vaak een hogere sterfte aan infectieziekten. Dit betekent dat een hogere sterfte aan mazelen bij meisjes zou kunnen aantonen dat zij een verminderde weerstand hadden gekregen doordat hun omstandigheden minder gunstig waren, bijvoorbeeld doordat ze minder voeding kregen of meer binnen in bedompte ruimtes bleven. Dat lijkt hier in Amsterdam niet het geval geweest te zijn, maar eerlijk was deze sluipmoordenaar niet. 

3 gedachten over “De sluipmoordenaar onder de infectieziektes: mazelensterfte in Amsterdam”

  1. L.J. Zwart-Koster

    Een kind van mijn grootmoeder Willemina Weers 30-04-1899 – 16-04-1974 Amsterdam, t.w. Jan Hendrik Moorman 23-11-1916 – 11-03-1919 Amsterdam is volgens de verhalen in de familie inderdaad gestorven aan de mazelen.

  2. In het archief van de doodsoorzaken vind ik terug waaraan Jan Hendrik Moorman officieel is overleden.
    Via deze link: https://archief.amsterdam/inventarissen/scans/5185/7.1.20/start/100/limit/10/highlight/4

    Regel 4: dag van overlijden 11 maart 1919, wettig geboren, 2 jaar oud, overleden op 23-11-1916, oorzaak van den dood: pneumonie (longontsteking), plaats van overlijden: Wijdesteeg 12 I-hoog, buurt F.
    Jan Hendrik Moorman is thuis overleden op het adres waar hij met o.a. zijn moeder Willemina Weerts woonde.

    Overleden aan een complicatie n.l. een longontsteking. De ziekte mazelen blijft onvermeld.
    Hetgeen ondersteund wordt door wat in bovenstaand artikel staat: ‘maar we vermoeden dat niet de mazelen zelf, maar de complicatie soms als doodsoorzaak werd opgeschreven in de doodsoorzakenregistratie. Wanneer wij in de doodsoorzakendatabase kijken naar de mazelen in Amsterdam, hebben wij dus wellicht te maken met een ondervertegenwoordiging van het aantal dodelijke mazelenslachtoffers.’

    Meriën
    (vrijwilliger geweest bij het digitaliseren van het archief van de doodsoorzaken)

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *