1 bericht aan het bekijken (van in totaal 1)
  • Auteur
    Berichten
  • #2481
    Dood in Amsterdam
    Sleutelbeheerder

    Will Vlaskamp plaatste op 18 december 2021 het volgende op ons Ning-forum:

    In 1897 had Amsterdam 500 000 inwoners. Op 1 mei 1896 werden er 37631 woonhuizen geteld.

    De verdeling van de inwoners over die woningen varieerde nogal. Van drie personen in een statig grachtenpand tot tien personen in een vochtige kelderwoning met daarboven nog een aantal gezinnen op de begane grond, eerste, tweede en derde verdieping.

    Hoe meer mensen in één huis woonden hoe groter de kans was op besmetting via infectieziektes. Om te begrijpen wat de impact was van bepaalde ziektes op de bevolking, is gedetailleerde informatie nodig over de bevolkingsdichtheid in Amsterdam. Die bevolkingsdichtheid kunnen we heel nauwkeurig bepalen aan de hand van de Woningboeken uit het bevolkingsregister.

     

    Woningboeken

    Voor ieder adres staan hierin de volgende gegevens vermeld:

    • Straatnaam en huisnummer
    • Etage e.d.
    • Achternaam hoofd van het gezin
    • Geboortejaar
    • Voornamen
    • Gezinssamenstelling
    • Eerste datum aankomst in de woning en waarvandaan
    • Datum vertrek uit de woning en waarheen

    Gezinssamenstelling

     

    In elke kolom links het aantal mannelijke personen, rechts dat van de vrouwelijke personen. De woningopzichteres kwam elke week de huur ophalen. Als er wijzigingen in het aantal personen kwam, dan werd dat in een volgende kolom genoteerd.

     

    Woningopzichteressen

    Tot de jaren twintig en dertig hadden de woningbouwverenigingen opzichteressen in dienst, zoals bij Woningmaatschappij Oud-Amsterdam NV. Deze selecteerden de bewoners en hielden toezicht op de bewoning.

    In 1903 werd het initiatief genomen tot de oprichting van een Vereniging van Woningopzichteressen – de eerste ‘sociaal werk’-beroepsvereniging in Nederland.

    https://www.canonsociaalwerk.eu/nl_vhv/details.php?cps=4

    http://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Meulen

    http://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Went

    Woningopzichteressen haalden wekelijks de huur op, zorgden dat gebreken hersteld werden, zagen toe op zaken als een verbod op huisdieren of het drogen van de was in de woonkamer, een verplicht wekelijks bezoek aan het badhuis en het verplicht gebruikmaken van de gemeenschappelijke wasgelegenheid voor het wassen van kleding.

    Ook gaven ze advies bij werkloosheid of schulden. Daar stond tegenover dat de bewoners zich netjes moesten gedragen en geen overlast voor anderen zouden veroorzaken. Door persoonlijke contacten moesten opzichteressen de arbeidersklasse verheffen tot een hoger beschavingspeil.

     

    Woonscholen

    Dit beschavingsoffensief was zeker succesvol. Maar er bleef een groep mensen die zich hier weinig aan gelegen lieten liggen. Voor deze groep ‘asocialen’ kwam in de loop van de twintigste eeuw de term ‘onmaatschappelijkheid’ in zwang. Voor hen werkte de vrouwelijke overtuigingskracht niet meer, zij moesten met harde hand heropgevoed worden, in aparte woonwijken. Zo ontstonden ‘inrichtingen voor het onderbrengen van toezicht vereischenden gezinnen’, later aangeduid als woonscholen, zoals Asterdorp.

    https://nl.wikipedia.org/wiki/Asterdorp

1 bericht aan het bekijken (van in totaal 1)
  • Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.