Zuster aan het werk op het consultatiebureau ca. 1936 // Regionaal Archief Zutphen
De verbetering van de levensstandaard op het gebied van huisvesting en voeding hebben er mede voor gezorgd dat de menselijke levensverwachting in tweehonderd jaar sterk is gestegen. Bovendien is de manier waarop over gezondheid wordt gedacht, wat eraan wordt gedaan en, hoe de maatschappij hierop wordt ingericht door de tijd heen enorm veranderd. Het proces van modernisering dat hierin centraal staat, wordt dan ook wel de gezondheidstransitie genoemd, en die heeft niet van de ene op de andere dag plaatsgevonden, en niet alle mensen gingen er in gelijke mate op vooruit. Was dat ook het geval in Zutphen tussen 1892 en 1936, een dichtbevolkte Gelderse provinciestad onder liberaal bestuur? Dat was de vraag die in mijn scriptie centraal stond.
Kenmerkend voor de gezondheidstransitie is een geleidelijke verschuiving in ziektepatronen. Waar voorheen mensen aan infectieziekten overleden, verschoof de nadruk naar degeneratieve aandoeningen zoals kanker en hart- en vaatziekten naarmate de gezondheidstransitie vorderde. Hiermee steeg ook de gemiddelde levensverwachting bij de geboorte, omdat steeds minder kinderen op vroege leeftijd aan die infectieziekten overleden. Daarnaast zorgde de afname van pandemieën voor verbeteringen in overlevingskans, die in eerste instantie vooral gunstig was voor kinderen en vrouwen. Dit kwam waarschijnlijk doordat deze groepen relatief vaker werden getroffen door infectieziektes, al verschilde dat ook veel per regio.
Zutphen is een interessante stad om deze gezondheidstransitie in te bestuderen. Ondanks dat Zutphen aan het begin van de twintigste eeuw vaak werd gepromoot als de ideale woonstad, bleek dit namelijk voor veel inwoners verre van de werkelijkheid. De stad was erg druk. In 1870 woonden ongeveer 15.000 mensen op slechts 21 hectare grond. Door de toenemende bevolkingsgroei en het gebrek aan overheidscontrole ontstonden er achterbuurten vol krotwoningen met onhygiënische omstandigheden als gevolg. Kortom, het was er slecht gesteld met de gezondheid van de meeste bewoners. Hoewel het gemeentebestuur op de hoogte was van deze problemen, duurde het lang voordat er werkelijke veranderingen plaatsvonden. De laatste krotwoningen in Zutphen werden dan ook pas in het midden van de jaren 1950 gesloopt.
Om een beeld te krijgen van deze gezondheidstransitie in Zutphen, zijn doodsbriefjes in combinatie met de burgerlijke stand onderzocht. Om een eerste beeld te schetsen van waar mensen aan overleden, zijn de verschillende doodsoorzaken ingedeeld naar een verdeling tussen infectieziekten en degeneratieve doodsoorzaken. In grafiek 1 en 2 worden de resultaten hiervan getoond. De dominante doodsoorzaken verschoven in beperkte mate van infectieziektes naar door de mens veroorzaakte en degeneratieve ziektes in de periode 1892-1936, zoals de epidemiologische transitie voorspelt. Er was bovendien gedurende de gehele periode sprake was van een hoog sterftecijfer, waarbij infectieziektes ook belangrijk blijven als doodsoorzaak. Toch nam de levensverwachting wel toe, aangezien mensen wel op latere leeftijd stierven. Als laatste is er geen verschuiving in dominante doodsoorzaak te zien onder mannelijke kinderen, maar wel onder vrouwen. Het sterftecijfer voor beide groepen daalde daarentegen wel.
Kortom, de gezondheidstransitie in Zutphen in de periode 1892-1936 verliep traag. De dominante doodsoorzaak was nog niet volledig verschoven van infectieziektes naar degeneratieve en door de mens veroorzaakte ziektes. Het totale aantal overlijdens daalde wel en de levensverwachting steeg. Doordat de dominante doodsoorzaak nog niet was verschoven, was er sprake van een dalend, maar hoog sterftecijfer. Ten slotte was er alleen onder vrouwen een verschuiving van de dominante doodsoorzaak te zien, aangezien de dominante doodsoorzaak onder kinderen jonger dan 5 jaar juist verschoof. De unieke omstandigheden van de stad zorgden voor late maatregelen op het gebied van gezondheid en hygiëne. Desondanks zijn er veranderingen te zien die kunnen duiden op het begin van de transitie. Een interessante bevindingen aangezien het laat zien dat de ontwikkelingen in Amsterdam niet representatief zijn voor heel Nederland.
Mooi werk Elian! Interessant om te lezen dat de transitie in Zutphen tamelijk langzaam verliep en daarmee bovendien afweek van de stad Amsterdam.