Kinderstuipen als doodsoorzaak van zuigelingen in vier Europese steden

Kinderstuipen als doodsoorzaak van zuigelingen in vier Europese steden

door Karin Wienholts // 11 februari 2024

Reclame ansichtkaart van Wells & Richardson Co. om zuigelingenvoeding te promoten // Wellcome Collection

In de negentiende-eeuwse doodsoorzakenregisters van Amsterdam zijn kinderstuipen een belangrijke oorzaak van zuigelingensterfte (zie daarover deze blog). De hedendaagse wetenschappelijke literatuur koppelt de sterfte aan stuipen van zuigelingen ouder dan een maand vaak aan infectieziektes die overdraagbaar zijn via water en voedsel. In Amsterdam lijkt dit echter niet zo sterk het geval te zijn. Omdat deze doodsoorzaak zo veelvuldig werd gebruikt door heel Europa heen en tegelijkertijd zo vaag is, hebben we met internationale collega’s samen onderzocht of we meer grip konden krijgen op deze doodsoorzaak. Was deze doodsoorzaak ook in de registers van andere Europese steden zo prominent aanwezig?  Wat wisten Europese dokters uit de negentiende eeuw precies van kinderstuipen? Met de medische kennis van nu weten wij dat stuipen een symptoom zijn van een achterliggende ziekte of aandoening. Wisten negentiende-eeuwse dokters dat ook en aan welke achterliggende oorzaken dachten zij? Zou zo’n verband ook in statistische analyses terug te vinden zijn?

Op basis van deze vragen is in een vergelijkend onderzoek opgezet, waarvoor wij de gedigitaliseerde doodsoorzakenregisters uit Amsterdam, Maastricht, Rostock (Duitsland) en Hermoupolis (Griekenland) gebruikt hebben. Ook bestudeerden wij historische medische handboeken uit Nederland, Duitsland en Griekenland. Dit onderzoek heeft interessante inzichten opgeleverd. Aan stuipen overleden zuigelingen kunnen niet zomaar in de categorie infectieziektes overdraagbaar via water en voedsel worden ingedeeld, zoals nu nog vaak in wetenschappelijke studies gebeurt.

Allereerst analyseerden wij de patronen van zuigelingensterfte aan stuipen in de vier steden. De doodsoorzakenregisters van deze steden beslaan heel verschillende periodes met een overlap in ruwweg de tweede helft van de negentiende eeuw. Figuur 1 laat zien dat de patronen van zuigelingensterfte aan stuipen tussen 1865 en 1900 heel verschillend waren. Koploper is Rostock, gevolgd door Maastricht en Amsterdam. Van Hermoupolis hadden wij alleen data voor enkele periodes van een paar jaar. Die informatie laat rond 1900 een sterfte aan stuipen in Hermoupolis zien die de aantallen van Rostock benadert.

Figuur 1: Zuigelingensterfte aan kinderstuipen (in jaarlijkse aantallen en 5-jaarlijkse gemiddelde aantallen per 1000 levend geboren kinderen), 1800 - 1995.

Om een eventueel verband te onderzoeken tussen zuigelingensterfte aan stuipen en sterfte aan infectieziektes gerelateerd aan besmet water en voedsel, hebben wij ook gekeken naar de sterfte per maand van het jaar. Uit de literatuur weten wij dat de sterfte aan water- en voedselgerelateerde infectieziektes in de zomermaanden, wanneer het warm is, hoger was. Hogere temperaturen zorgden ervoor dat de kwaliteit van voedsel en water achteruit ging en de kans op bijvoorbeeld gastro-enteritis groter werd. Als wij bij de sterfte aan stuipen een zomerpiek zien, zou de achterliggende doodsoorzaak wel eens water- en voedselgerelateerd kunnen zijn. In Amsterdam lijkt de trendlijn van stuipen echter die van infectieziektes overdraagbaar via de lucht te volgen. In Maastricht en Rostock zien wij een bescheiden zomerpiek voor stuipen. Het patroon van stuipen lijkt in die steden op diverse andere patronen, maar niet -zoals in Amsterdam- op die van infectieziektes overdraagbaar via de lucht. Alleen in Hermoupolis lijkt de trendlijn van stuipen die van water- en voedselgerelateerde infectieziektes te volgen.

Bestudering van historische medische literatuur uit Nederland, Duitsland en Griekenland leerde ons dat dokters uit de negentiende en vroeg-twintigste eeuw best begrepen dat stuipen een symptoom waren van een achterliggende ziekte of aandoening. De diagnostische middelen waren echter gering en laboratoriumonderzoek stond nog in de kinderschoenen. Zij konden in die periode weinig tot geen aanvullend onderzoek doen om de juiste doodsoorzaak te bepalen. De lijst van achterliggende oorzaken in de handboeken werd door het voortschrijden van de medische wetenschap steeds langer. Soms werden oorzaken van stuipen door nieuwe medische inzichten van de lijst verwijderd. Een voorbeeld daarvan is het krijgen van tanden.

Op basis van de hierboven besproken analyses en nog meer onderzoek kwamen wij tot de conclusie dat kinderstuipen een complexe doodsoorzaak zijn. De statistische analyses en de studie van historische medische handboeken tonen aan dat sterfte aan kinderstuipen vele oorzaken kan hebben, die regionaal en per leeftijdsgroep (tot 1 maand en 1-12 maanden) kunnen verschillen. Zelfs binnen één land, Nederland, zagen we belangrijke verschillen in onze analyses van sterfte aan stuipen. Wij adviseren toekomstige onderzoekers van zuigelingensterfte dan ook de groep van aan stuipen overleden zuigelingen apart te houden en niet zomaar toe te voegen aan de categorie infectieziektes overdraagbaar via water en voedsel, zoals nu nog vaak gebeurt.

Dit onderzoek is voor publicatie aangeboden aan een internationaal wetenschappelijk tijdschrift. Zodra het tot een publicatie is gekomen zullen we dat in een nieuwsbericht laten weten. 

2 gedachten over “Kinderstuipen als doodsoorzaak van zuigelingen in vier Europese steden”

  1. Graag had ik de doodsoorzaak willen weten van mijn grootvader langs moederskant en van mijn overgrootvader langs vaderskant
    Indien mogelijk stuur ik U bijkomende informatie.

  2. Beste De Winter,

    Dit kunt u opzoeken wanneer uw grootvader in Amsterdam is overleden, en voor de periode 1940/1950 (tussen 1940-1950 zou moeten kunnen, maar is wellicht iets ingewikkelder). Wij kunnen dit helaas niet zo in onze database opzoeken.
    Om dit te vinden heeft u een datum van overlijden, leeftijd bij overlijden/geboortedatum en soms adres van overlijden nodig. Als u deze niet weet, kunt u die in de overlijdensakte vaak vinden. Wanneer u die niet heeft, kunt u die via het Stadsarchief Amsterdam of Family Search proberen te zoeken. Vervolgens kunt u met die gegevens naar de registers van overlijdens kijken (Stadsarchief Amsterdam, inventarisnummer 5185, Bureau voor Statistiek, toegangsnummers 341-519). Als u de juiste scans heeft gevonden, zou het misschien met de gegevens mogelijk zijn uw grootvaders notering te identificeren. Succes!

    Vriendelijke groeten,
    Team DoodinAmsterdam

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *