Buiktyfus // Wellcome Collection
Het woord tyfus kenmerkt nog altijd ons (dagelijks) spraakgebruik, al is het nu niet meer zozeer om een daadwerkelijk ziektegeval aan te duiden, maar eerder een andere vervelende situatie die een krachtterm nodig heeft. Dat tyfus een ziekte was die vroeger veel voorkwam, weten de meeste mensen nog wel. Wat tyfus precies was, is al veel minder bekend. Dat daar ook nog eens onduidelijkheid over is, en dat er meerdere ziekten met tyfus werden aangeduid, is al helemaal voor velen onbekend. De ziekte tyfus, in de negentiende eeuw vaker geschreven als typhus, kende een aantal specifieke kenmerken: hoge koorts, hoofdpijn, soms wat verwardheid en vaak vlekkerige uitslag. Dat deze symptomen bij twee verschillende ziektes hoorden, werd in de laatste decennia van de negentiende eeuw steeds meer bekend.
Enerzijds was er de vlektyfus, verspreidt door vlooien die bijvoorbeeld in vieze kleren zaten en vooral in onhygiënische omstandigheden veelvuldig voorkwamen. Hierbij zijn de voornaamste symptomen hoge koorts, hoofdpijn, misselijkheid en huiduitslag. Anderzijds was er buiktyfus. Dit werd verspreid door een bacterie, die vooral in water, eten, of drinken terecht kwam door een gebrek aan het wassen van handen na een bezoek aan het privaat. De meest voorkomende symptomen hierbij: hoge koorts, hoofdpijn, buikpijn, verwardheid en soms diarree. De symptomen waren zo vergelijkbaar, dat artsen lang dachten dat het hier om hetzelfde ziektebeeld ging. Daar hadden zij overigens ook nog een derde naam voor die we regelmatig zien voorbijkomen in de data: zenuwzinkingkoorts of zenuwkoorts. Vanaf de laatste decennia van de negentiende eeuw gaat deze term vooral verwijzen naar tyfeuze koorts, ofwel buiktyfus. Voor eerdere periodes is het echter een term die net zo onduidelijk is als tyfus. Later zal tyfus vooral nog naar vlektyfus verwijzen, voor de buiktyfus wordt dan vooral tyfeuze koorts gebruikt.
Dat deze termen zo door elkaar worden gehaald is voor ons als onderzoekers om meerdere redenen vervelend. Allereerst kwamen beide ziektes die typhus genoemd werden, regelmatig voor. Er waren zowel epidemische uitbraken van beide, als dat ze langdurig en in iets lagere mate, endemisch voor konden komen. Het is dus best een belangrijke doodsoorzaak in onze database. In Grafiek 1 is te zien hoe vaak de termen tyfus, tyfeuze koorts, en zenuwkoorts in absolute aantallen voorkwamen in onze data. Daarbij zien we dat zenuwkoorts vooral rond het midden van de negentiende eeuw werd gebruikt. Tyfus en tyfeuze koorts kwamen nog veel langer voor, als verdwenen de uitbraken van tyfus eerder dan het voorkomen van tyfeuze koorts.

Wat het onderzoek hiernaar echt lastig maakt, is dat de ziekten op verschillende wijze besmettelijk zijn. De een wordt via water en voedsel verspreid en de ander via een ander organisme, namelijk vlooien. In ons onderzoek willen we graag onderscheid maken tussen dit soort typen ziekten, omdat die weer meer informatie kunnen geven over verbeteringen in de stad. De aanleg van een goeie waterleiding, waarbij het water niet in contact komt met uitwerpselen, zal invloed kunnen hebben op de verspreiding van de buiktyfus, maar niet op de verspreiding van de vlektyfus.
Zo zien we ook dat er aan het einde van de negentiende eeuw vooral twee beroepen waren waarbij de ziekte veel voorkwam en die de ziekte gemakkelijk verspreidden. In het geval van de vlektyfus, later simpelweg tyfus, waren lompenhandelaren vaak slachtoffer. Zij kwamen in contact met de afgedankte en vaak vieze kleren van de Amsterdammers. In deze kleren konden nog vlooien aanwezig zijn die de ziekte bij zich droegen. Bij buiktyfus waren melkslijters een gevaar voor de gezondheid. In 1898 rapporteerde de Leeuwarder courant dat de typhus en febris typhoïdea zo’n 175 keer waren voorgekomen in Amsterdam tussen 1 juni 1897 en 1 januari 1898. De ziekte was volgens de krant veroorzaakt door besmette melk van een melkslijter uit Oostzaan, waar meerdere families uit Amsterdam hun melk vandaan hadden gehaald. De dochter van deze melkslijter zou volgens de krant zelf aan typhus overleden zijn. Echter, als het hier om tyfus gaat, vlektyfus dus, kán dit helemaal niet via de melk zijn verspreid. Bij de krant bestond er waarschijnlijk nog altijd onduidelijkheid over wat nu het verschil was tussen tyfus en tyfeuze koorts. Het rapport van de gezondheidscommissie geeft een duidelijkere uitleg. Een aantal families, verspreid over de stad, bleek melk bij dezelfde melkslijter uit een naburige gemeente te halen. Deze melkslijter zelf leed aan febris typhoïdea (de buiktyfus dus), en daarom hield zijn zoon de zaken draaiende. Het bleek dat de zoon voor het omspoelen van de melkvaten, het water uit de sloot achter het huis. Dit was dezelfde sloot waar ook de uitwerpselen van zijn vader in terecht kwamen. Hierdoor kon de ziekte zich dus gemakkelijk verspreiden. De gezondheidscommissie probeerde verdere verspreiding te beteugelen door alle mogelijk besmette etens- en drinkwaren op te kopen, en adviseerde mensen dringend om gekochte melk eerst goed te koken voordat zij deze zouden drinken.
De verwardheid die er bestaat over de termen tyfus, tyfeuze koorts en zenuwzinkingkoorts is dus best begrijpelijk en bleef nog lang bestaan, maar voor het onderzoek is deze wel lastig. Hoewel we de ziekten graag uit elkaar zouden willen houden, is dat niet altijd mogelijk. In onze onderzoeken houden we deze ziekten dan ook vaak apart, zodat ze niet onze andere ziektecategorieën “vervuilen”.