Gedurende het grootste gedeelte van de negentiende eeuw stierven mensen in westerse landen aan infectieziekten. Richting het einde van die eeuw trad hier verandering in op: het sterftecijfer aan infectieziekten daalde tot zo’n laag punt dat degeneratieve ziekten, als kanker en hart- en vaatziekten, de voornaamste oorzaak van overlijden werden. Deze verschuiving, zo stellen deskundigen, zou in Nederland zijn begonnen tussen 1870 en 1880. Omdat deze onderzoekers gebruik maken van nationale tellingen die schuilgaan achter negentiende-eeuwse ziekteclassificaties, bestaat de kans dat het beeld dat zij schetsen niet helemaal juist is. Met behulp van het Amsterdamse doodsoorzakenregister kan dit probleem opgelost worden.