Resultaten

Het belang van informatie over vrouwen in historisch-demografisch onderzoek- een uitstapje naar Maastrichtse doodsoorzaken

Specifieke informatie over vrouwen, zoals bijvoorbeeld hun sociaal-economische status, is essentieel in historisch-demografisch onderzoek. Helaas is dit niet altijd zo gemakkelijk beschikbaar als informatie over mannen. Met behulp van de Amsterdamse vrijwilligers hebben we voor Maastricht, waarvoor soortgelijke bronnen over doodsoorzaken beschikbaar zijn als voor Amsterdam, extra informatie over de overleden Maastrichtse vrouwen weten te achterhalen. Hierdoor werd het mogelijk om tot belangrijke inzichten te komen over de verschillen in sterfte onder vrouwen.

Het belang van informatie over vrouwen in historisch-demografisch onderzoek- een uitstapje naar Maastrichtse doodsoorzaken Meer lezen »

Vroedvrouwen en de overlevingskansen van zuigelingen

Vandaag de dag is Nederland een van de weinige welgestelde Westerse landen waarin verloskundigen nog een belangrijke rol spelen bij de geboorte van een kind. Waar kinderen in de meeste andere Europese landen bijna altijd worden geboren in het ziekenhuis, bevalt nog altijd een kwart van de Nederlandse zwangere vrouwen thuis onder begeleiding van een verloskundige. In het verleden was dit aandeel nog veel hoger. In 1910 werd maar liefst zestig procent van de kinderen geboren met behulp van een vroedvrouw, de historische voorgangster van de verloskundige. Voor de twintigste eeuw kwam waarschijnlijk het overgrote gedeelte van de Nederlandse bevolking zo ter wereld.

Vroedvrouwen en de overlevingskansen van zuigelingen Meer lezen »

Hoe wiskunde helpt onze geschiedenis te verklaren: kindersterfte in Amsterdam, 1856-1865

Wiskunde gebruiken om prangende vragen over onze geschiedenis te verklaren? Op het eerste gezicht zijn geschiedenis en wiskunde misschien niet twee vakgebieden die je snel met elkaar zult associëren. We kunnen echter wel degelijk wiskundige concepten heel nuttig inzetten binnen het geschiedenisvakgebied, bijvoorbeeld om historische sterftepatronen te onderzoeken. Stel, we kijken naar de kindersterfte in Amsterdam gedurende de tijdsperiode 1856-1865. In deze tijdsperiode stierf ongeveer 28 procent van de kinderen voordat zij hun vijfde verjaardag konden vieren. Dit sterftecijfer is heel hoog. Hoe kan dat?

Hoe wiskunde helpt onze geschiedenis te verklaren: kindersterfte in Amsterdam, 1856-1865 Meer lezen »

Stromend water en frisse lucht: de gunstige ligging van de Amsterdamse joodse buurten

De gunstige gezondheidstoestand van joden ten opzichte van christenen in de negentiende eeuw bleef lokale autoriteiten en vooral artsen en wiskundigen lange tijd fascineren. Dit leidde ertoe dat de gemeente Amsterdam bij de registratie van overlijdens en doodsoorzaken de godsdienst van de overledene als een belangrijk kenmerk zag en deze dus ook graag geregistreerd zag. De verzamelde gegevens lieten steeds weer verschillen zien in ziektepatronen en sterftekansen tussen joden en niet-joden. Tot een eenduidige interpretatie van die verschillen tussen beide groepen kwam het vooralsnog niet. Hier volgt een kleine greep uit de veelheid aan studies waarin tijdgenoten probeerden de waargenomen verschillen in Amsterdam te duiden. Hierbij werd niet alleen gedacht aan kenmerken of het gedrag van de betreffende groepen maar ook aan hun directe leefomgeving: de buurten.

Stromend water en frisse lucht: de gunstige ligging van de Amsterdamse joodse buurten Meer lezen »

Stuipen als doodsoorzaak van zuigelingen in Amsterdam en Roosendaal (1856-1938)

In december 2021 vertelde ik in een blogpost over de resultaten van mijn onderzoeksstage binnen het NWO-project Lifting the Burden of Disease. Als een vervolg op die stage heb ik voor mijn Masterscriptie onderzoek gedaan naar de rol van stuipen als historische doodsoorzaak in Amsterdam en Roosendaal tussen 1856 en 1938. In mijn scriptie stonden drie aspecten centraal: 1) interpretaties van de term stuipen in historische medische literatuur, 2) patronen van de doodsoorzaak stuipen in Amsterdam en Roosendaal en 3) factoren die bijdroegen aan de diagnose stuipen op het niveau van individuen en buurten in Amsterdam.

Stuipen als doodsoorzaak van zuigelingen in Amsterdam en Roosendaal (1856-1938) Meer lezen »

Waardoor kon de zuigelingensterfte zo sterk dalen in Amsterdam na 1880? Op zoek naar een veranderend epidemiologisch patroon

In 1856 sterven nog 200 op de 1.000 baby’s. Dat is heel hoog. Tot aan 1870 neemt de sterfte zelfs nog iets toe, maar na 1880 zien we een duidelijke en zelfs snelle daling tot ongeveer 40 per 1.000 in 1924. Hoe kan dat?

Waardoor kon de zuigelingensterfte zo sterk dalen in Amsterdam na 1880? Op zoek naar een veranderend epidemiologisch patroon Meer lezen »

Op zoek naar de verborgen moedersterfte in het negentiende-eeuwse Amsterdam

Het vermoeden is dat we bij onderzoek naar moedersterfte in die tijd rekening moeten houden met een zogenaamde ‘dark number’: de verborgen gevallen van moedersterfte. Die verborgen gevallen ontstonden doordat vroedvrouwen en artsen de echte doodsoorzaak verzwegen van moeders die overleden aan de beruchte kraamvrouwenkoorts.

Op zoek naar de verborgen moedersterfte in het negentiende-eeuwse Amsterdam Meer lezen »

Onze data laten zien dat de allerrijkste Amsterdammers zich vroeger beter konden beschermen tegen infecties

De sociaal-economische verschillen in sterfte bestaan volgens sommige onderzoekers al zo’n tweehonderd jaar. Zij beargumenteren dat welvarende mensen altijd bevoordeeld waren doordat ze toegang hadden tot meer geld, kennis en macht. Wij zien dat de allerrijksten van Amsterdam inderdaad infecties vermeden en op latere leeftijd stierven aan degeneratieve ziekten.

Onze data laten zien dat de allerrijkste Amsterdammers zich vroeger beter konden beschermen tegen infecties Meer lezen »